Home » De vrijwilliger die in een Volkswagen bus kwam

De vrijwilliger die in een Volkswagen bus kwam

Haar zoon Olle zit in de keuken op een kruk, stralend en op z’n gemak, en kauwend op een paaseitje. Zestien jaar geleden, toen zijn moeder hier net zo stralend en op haar gemak hier in de keuken zat, bestond hij nog niet.

Grappig om te zien, dat haar zoon precies hetzelfde is en doet.

Ze kwamen laat in de middag aan in de Volkswagen bus

Het was nog vroeg in het jaar, of het was niet zulk mooi weer (komt hier ook voor), hoe dan ook – ze kwam in de keuken op een kruk terecht en maakte kennis met de andere vrijwilligers die er al een tijdje waren.

Ik voelde me verantwoordelijk voor haar welzijn, maar ik moest iets anders gaan doen. “Ga maar hoor, het gaat prima”, zei Arleen vrolijk, en kletste direct weer verder met een oudere vrouw die ook als vrijwilligster hier was, Conny.

Ze kwamen met een oude Volkswagen busje. Ja, zo een:

 

Het was een leuke reis geweest, samen met haar ouwe maatje “Wubbe” die ze zo genoemd had op de kleuterschool. Wubbe heet in het echt Mirjam, maar natuurlijk nam iedereen direct haar bijnaam over. Wubbe had wat meer tijd nodig om te wennen, zoals “normale” mensen, want ik heb me altijd verwonderd over de lightning speed waarmee Arleen zich een plekje verwierf in de groep.

.

.

.

.

Zo makkelijk als ze op die kruk ging zitten, zo makkelijk kletste ze met iedereen (veel over de Volkswagen bus) die er al een tijdje was, zo makkelijk ze zich een plekje verwierf in de groepsdynamiek

De Volkswagen bus had wat probleempjes, hij rammelde een beetje, trok niet goed – kortom, had een beetje last van ouderdom. Ik bood aan om mee te gaan naar de dichtstbijzijnde garage om te vragen of ze daar iets aan konden doen. Hoe makkelijk Arleen ook met iedereen kletste, om in het portugees uit te leggen wat er mis is met je oude busje, is een heel ander verhaal. Dat wordt “hints” op het hoogste niveau.

Mijn portugees was toen ook nog niet zo denderend, en zeker mijn technisch-portugees niet, maar geholpen door mijn jongste van 8, lukte het om duidelijk te maken dat-ie bubbubbubbubbub deed op momenten dat-ie dat niet zou moeten doen. En dat je skrìeieieiek! de handrem moest aantrekken. Tot aan het plafond. En dat-ie in de bochten nogal wiebelde en fjoetfjoetfjoetfjoet deed.

Tja, dat was wel een ernstig probleem, maar ze gingen hun best doen met die Volkswagen bus

In de begintijd was het in de Termas anders dan nu. Logisch.

We waren een beetje aan het spelen, kolonistje spelen, en we probeerden de raarste dingen. In die tijd ontstond de Verkleedkamer 1.0, en daar is Arleen een drijvende factor in geweest. Grappig hè, hoe de dingen kunnen lopen?

Ze zag het kleine kamertje, er viel een idee op haar hoofd, en gezien haar natuur kwam ze daar onmiddellijk mee op de proppen. Ik schreef er al over in een vorig blogje – “Rode muur, paarse muur” en toen ik blijkbaar een gezicht trok, kwam er vlug achteraan: “en als je het niet mooi vindt, verf ik het op mijn kosten allemaal weer wit.”

Van het één kwam het ander, en inenen lag daar de mozaiek vloer van de komende Verkleedkamer in de gang. Ik had ooit dozen vol voorgesneden driehoekjes gescoord bij één van de tegelfabrieken in de buurt, en die kwamen nu mooi van pas voor het geometrisch patroon dat Arleen samen met Wubbe aan het uitwerken was.

’t Is een beetje rotweer nu. April is net zoals in het noorden een onbestendige maand, kan-vriezen-kan-dooien, en dit jaar is het regen. Ach ja. Het was nodig. In het noorden hebben jullie verleden jaar ook al gemerkt dat de droogte kans op branden geeft, dus je begrijpt inmiddels beter dat regen nodig is. Maar wel jammer.

Zeker als je met 3 pubers in een huisje zit.

Ondanks het weer, toch heel erg leuk om weer bij te kletsen, herinneringen op te halen, bekende mensen te “behandelen” en weer als vanouds bij het kampvuur te zitten. (niet alleen maar regen, ook mooie avonden!)