Ik kende het helemaal niet. Maar ja, misschien niet zo gek, want ik kom uit de grote stad in het westen des lands, en daar heb je natuurlijk wel grote dure huizen maar er staat nooit niks op behalve misschien “De Windroos” of “De Zoete Inval” (namen voor huizen zijn een beetje een ouderwets dingetje).
In Portugal kwam ik het voor het eerst tegen: een huis met een blazoen
Ik werkte voor een makelaar – dat leek een heel goed idee om iets leuks voor onszelf te gaan vinden – op de afdeling “rural”. Ik was onder de hoede genomen door de oudste medewerker met de meeste ervaring op dit gebied, en zo sjeesden we het halve land door.
Ook nog een leuke manier om Portugal beter te leren kennen!
De makelaar, José afgekort Zé, was best ambitieus, en ging op elk klein paleisje, landhuis, buitenmaats buitenhuis af. Zo heb ik ongelooflijk veel verval gezien. Veel opgevreten door de houtwurm, zodat je eerst ’s flink op de resten van de houten vloer moest stampen om te kijken of-ie het nog wel zou houden. Dat je niet met één stap van de zolder naar de kelder ging.
Gaten in daken, verroeste troep in de schuur en de bijgebouwen, maar ook uitstappen en bijna van je stelten vallen omdat je opkijkt naar een soort roze slagroomtaart met torentjes en een enorme trap ervoor die op een superhoge terp staat. Het was duidelijk dat deze mensen zich hoog verheven voelden boven de dorpelingen en verder boven iedereen, en ze waren eigenlijk ook niet van plan om met zo’n armzalig makelaartje in zee te gaan om hun taart te verkopen. Hij reed slechts in een Rover … maar zij hadden dan weer geen blazoen, alleen kapsones.
Of een huis-met-blazoen, en alles er nog op, aan en in
Witte handschoenen op de leuning van het elegante sofaatje, alsof de bewoners naar de opera zouden gaan, en er op het laatste moment iets misging. De trapnaaimachine stond ingespannen in het naaikamertje, in de keuken stonden de pannen klaar voor gebruik, en de wijnkelder stond nog vol. Wat was hier gebeurd?
(Mocht ik niet vragen, is niet beleefd noch discreet noch beschaafd. Jammer. Ik ben niet nieuwsgierig maar ik weet graag alles.)
Op het volgende adres werden we hartelijker begroet, vooral ook omdat ik had geleerd dat je als jongere vrouw een oudere eerbiedig begroet met twee formele kussen op de wang. Als de laatste tenminste in een huis-met-blazoen woont. Dat doe je bij mijnheer haar man dan weer niet, want dat wordt niet gewaardeerd. Zé hield zich verre van kussen, dat mag je als portugese man eigenlijk nooit behalve als je de mensen goed kent.
Logisch. Ik ben nu op een leeftijd dat ik de rol van die oudere vrouw zou moeten spelen en de twee formele wangkussen zou moeten ondergaan, maar de tijden zijn veranderd, en dat doen we niet meer.
Gelukkig. Ik hoef niet zo nodig. En bovendien heb ik geen blazoen
Volgende huis stond in Tras-os-Montes, waar men zegt dat het “9 meses Inverno, 3 meses Inferno” is – 9 maanden winter, 3 maanden hel. Mooie houten plafonds, schitterende houten vloeren, hier en daar parket om je vingers bij af te likken, schoorstenen, marmeren kozijnen, bewerkte deuren, schattige keukenkastjes, een slaapkamer met een hemelbed waar je nooit meer uitkomt, een tuin met honderdduizend verschillende fruitbomen en een goed draaiende moestuin – een paradijs.
Voor drie keer niks, want wie wil hier wonen. En geen blazoen.
Toen snapte ik het niet meer. Een piephuisje wat niks bijzonders is heeft een wapen boven de deur, en deze niet?
Je huis een naam geven mag dan oubollig wezen, een blazoen is helemaal ouderwets. Het stamt uit de middeleeuwen, en het was toen een goede manier om aan te geven wie je dan wel helemaal niet was. Je blazoen op een stok aan de zijkant van het slagveld, en dan op die andere gozers af met een ander blazoen.
Niet alleen (adellijke) families of personen konden zo laten zien wie het hier betrof, ook bedrijven, steden en naties. De allereerste logo’s, zeg maar. Het gaat veel gepaard met adelaars, leeuwen en forse eikebomen.
Het schijnt dat wij als familie ook een blazoen hebben, dat heeft mijn zwager tenminste ooit opgeduikeld toen-ie in de genealogie ging. ’t Ziet er niet uit, een soort jonkvrouw met 3 kersen voor haar neus bij een boom – een kersenboom neem ik aan. Ik vermoed dat het een geintje is, eigenlijk.
Een beetje van alles wat, maar och, zo’n blazoen past wel bij onze familie.
.
Wij zijn in 2000 verhuisd van Rotterdam, Holland naar Termas-da-Azenha, Portugal. Een hele stap, zeker met twee kleine kinderen.
We zijn bezig gegaan met het herstel van een van Portugal’s erfgoederen: Termas-da-Azenha, een oud kuuroord met inmiddels 4 vakantiehuizen, 2 gastenkamers, een kampeerterrein en een heleboel leuke dingen om te doen.
Overal vind je mozaieken en muurschilderingen. Het oude badhuis wordt meer en meer een museum, waar je je kunt verwonderen over hoe de dingen veranderd zijn.
Sinds een paar jaar zijn we de enige B&B&B in de wereld: Bed & Breakfast & Bathrobes.
Elke week een blogje over wat er zo om ons heen gebeurt. Lichte kost, makkelijk te lezen, een paar minuutjes in een andere wereld. Even wat meer weten over hoe het reilt en zeilt in Portugal. Mocht je je vakantie naar Portugal plannen, zou dit een goede voorbereiding kunnen zijn.
Je kunt je abonneren op het blog – kijk maar hiernaast »
Dan krijg je het elk weekend in je bus.
Op zondagochtend publiceren we de link op onze Facebookpagina en op Instagram.