Toekomstige collega’s over de vloer! Ze kwamen gisteravond helemaal euforisch aan, want ze hadden net het koopcontract getekend. Nu zijn er meer mensen die hier komen wonen, en het lijkt wel of ze allemaal even hierlangs komen. Een paar nachtjes slapen. Even kijken hoe het hier gaat.
Afgelopen week is er zelfs een stel aangekomen die hier een paar maanden blijft wonen, en van hieruit op zoek gaat naar dé plek.
Nu speel ik al een tijdje met de gedachte om meer moeite te gaan steken in het onder de aandacht brengen van de Termas als tijdelijke woonplaats, maar dan voor een paar jaar.
Want wat gebeurt er? ‘k Heb het al meerdere malen zien gebeuren. Mensen verkopen alles na hun pensionering, en kopen hier een huis.
“Ik vertrek!” Helemaal geweldig.
Ze zitten lekker in de zon, werken heerlijk in de tuin, doen het rustig aan, maar na een paar jaar gaat het kriebelen. Je spreekt de taal niet of gebrekkig, je krijgt niet zo makkelijk contact met de lokale portugezen, je hebt geen netwerk meer, al je vrienden zijn al ’s langsgeweest, je ziet je (klein)kinderen amper.
En daarna wordt het nog wat ongemakkelijker: je krijgt eens wat, en dan kom je in het medische circuit terecht. Zonder dat je de taal dusdanig spreekt dat je goed kan uitleggen wat er is.
En dan krijg je ook te maken met de andere cultuur. Een dokter is een autoriteit, en wat hij/zij zegt, gebeurt. Mondige patiënten worden hier niet op prijs gesteld.
Of een andere variant: mensen zijn hier op vakantie geweest, en zijn lyrisch over het klimaat en de vriendelijke bevolking. Dat willen wij ook! De weg van droom naar daad is misschien een lange, maar er zijn zat mensen die ‘m bewandelen.
Henk en Roelanda hebben een huis met een paar kamers gekocht. Ze gaan ook “in de toeristen business” – zoals hij die avond zei.
Ik vertrek!
“Je leek niet zo enthousiast, gisteravond, toen ik dat vertelde”, zegt Henk, als hij achter mijn computer zit om z’n tickets te printen, “kan dat?”
“Ja, dat klopt wel een beetje”, geef ik toe, “er zijn namelijk nogal wat kamerverhuurders bijgekomen de afgelopen paar jaar. En allemaal in die streek waar jullie gaan zitten. Ik wil geen spelbederver zijn, maar het is nogal wat werk om het allemaal een beetje te laten lopen.”
Want ja, ik ken inmiddels ook de andere kant van Portugal
Die van de immense bureaucratie, van het gesloten bolwerk, van hoe ingewikkeld die taal eigenlijk is, hoe je je financiële eisen moet aanpassen aan het portugese niveau. De krankzinnig hoge boetes voor hele kleine vergrijpen als het hebben van een foute versie van het klachtenboek, bijvoorbeeld. De inspectie heeft het bestaan om daar 1.500€ boete voor uit te delen.
Of, in geval van illegale verhuur, boetes van 20.000€ plus sluiting.
“Regel het allemaal legaal, als ik je een goeie tip mag geven”, zeg ik, “want je kunt enorme problemen krijgen met de autoriteiten en eventueel met verzekeringen.”
Maar ach, enthousiasme is doof voor waarschuwingen
Er komen hier vaak locals langs om een drankje te doen, of om nog weer ’s even naar de plek te komen kijken, of om baden te nemen. Zeker in augustus gebeurt dat vaak. We maken een praatje, en ze vertellen dat ze in Luxemburg werken, of in Frankrijk. Waarom?
“Het leven is hier veel beter”, zeggen we dan tegen mekaar, “maar het is een stuk lastiger om je geld te verdienen.”
“Maar als ik gepensioneerd ben”, zeggen de portugezen er dan achteraan, “dan kom ik weer naar huis. Portugal is toch het beste.” De andere versie van “Ik vertrek”.
Tja … ’t is blijkbaar het één of het ander. Kies ik toch maar voor het ander.