Alle stads- en theaterkleding ging mee, lang lang geleden, in die grote vrachtwagen die al onze spulletjes naar Portugal bracht.
Het heeft het eerste jaar in dozen doorgebracht, want het heeft een tijdje geduurd voordat al die spulletjes verspreid konden worden door het hele dorp.
De eerste gelegenheid was een bonte avond van de eerste groep vrienden, gasten en vrijwilligers
Dat was extreem amusant, iedereen verkleed, en maar zingen: “Ik ben Ali Cyankali … de gevaarlijkste vrouw van Rotterdaham!” Ik heb nog een vaag beeld op mijn netvlies van een man met een glitterjasje aan en een sobrero op, die doodserieus zat te klaverjassen.
De volgende stap kwam van de volgende groep vrijwilligers – iemand die zei: “Ik heb een idee voor dat kleine kamertje op de eerste verdieping … de éne muur rood, de andere paars … (ik trok een gezicht) … en als je het niet mooi vindt, verf ik het zelf op mijn kosten helemaal weer wit. Wat denk je? Daar kunnen al je verkleedkleren wel in!”
Het eindresultaat was mooi. Ook de vloer (mozaiek natuurlijk) was mooi
Het leukste is dat zij volgende week weer te gast is, na bijna 18 jaar. Met haar hele gezin, tweeling en al. Ik ben reuze benieuwd wat ze van de Verkleedkamer 3.0 gaat vinden!
Want: Verkleedkamer 3.0 is af
Na een paar jaar puilde alles uit dat kleine kamertje, want voor mij was de Verkleedkamer altijd een excuus om een paar mooie hakken te kopen. Ik draag ze niet meer (rampzalig met die portugese steentjes!) maar het is nog steeds een zwak punt. Moeilijk om de verleiding te weerstaan.
Een paar jaar geleden ging de Verkleedkamer naar de benedenverdieping
Alles bij elkaar: de grote zaal met pingpong, pool en tafelvoetbal, de bibliotheek met alle bordspelletjes en kinderboeken, en de Verkleedkamer daarachter. Prima plek, maar meer ruimte. Levensgevaarlijk! Voor je het weet, puilen we daar ook weer uit.
Met de verhuizing ging ik samen met mijn zussen selecteren. Met een panel van drie maak je meer kans dat er wat weggaat. We hanteerden strenge criteria, en er ging inderdaad een boel weg. Ik reed onmiddellijk naar de oude-kleren-container in Alqueidão, want ik ken mezelf. Voor je het weet, ga ik in die zakken graven naar dat mooie rooie bloesje “toch zonde om dat weg te doen, ’t is zo’n mooie kleur!” – enzovoorts, ad infinitum.
Ook op de markt moet ik me ernstig beheersen. Soms hebben ze zulke bijzondere dingen voor weinig: 3 voor 5 euro!
Nu moesten we weer verhuizen: de bibliotheek en de Verkleedkamer moesten plaats maken voor de wasmachines. Dat was een gigantische verhuizing, maar wel de moeite waard. De Verkleedkamer zit nu niet meer zo verstopt, maar maakt deel uit van de Grote Zaal, waar je kunt poolen & sjoelen, pingen & pongen, schaken & kaarten, lezen & internetten, piano spelen en iemand anders worden.
Of gewoon jezelf blijven en lekker met de andere gasten kletsen of eten, terwijl je de creaties van je kinderen bewondert.