Home » De beste olijfolie komt uit Portugal

De beste olijfolie komt uit Portugal

Het is weer de tijd van het jaar! Tijd voor de olijvenoogst.

Tijd om uren, dááágen in de rij te staan bij de olijfperserij, om daarna tevreden met je eigen olijfolie weg te gaan

Wij hebben weet-ik-veel-hoeveel olijfbomen op de heuvel staan. En beneden op het kampeerterrein ook nog een paar. Eén daarvan is helemaal uitgegroeid, wordt nooit gesnoeid want hij geeft schaduw over de hangplek van het kampeerterrein.

Er zijn wel ’s hang(mat)fanaten geweest, die speciaal voor dat hangplekkie terug kwamen.

De rest van de bomen werd tot een paar jaar geleden behandeld door senhor Martins. Een buurman uit het aanpalende Azenha. Piepklein dorpke, met een heel lief ieniemienie kapelletje in de bocht, dat volgens mij al in geen honderd jaar meer open geweest is.

Senhor en senhora Martins zijn echte boeren

Ze hebben een quintal, een horta (moestuin) waar ze alles wat ze eten opkweken; ze hebben kippen en schapen, en dus eieren, kuikentjes en wol. En schapevlees dus (laten we reeël wezen; al het vlees op je bord leefde eerst als beest). Eerst deden ze dat met de hand, zoals dat altijd ging, maar later had senhor Martins een apparaatje op een stok, dat heel genoeglijk brrrrbrrrrbrrrr dee, en waardoor de olijven net zo makkelijk naar beneden kwamen.

’t Is wel een heel werk hoor, dat die olijfolie met zich mee brengt

Meestal gaat het met een groep van rond de 10 mensen. Ze maken eerst de omgeving schoon, want vooral bramen willen graag aan de voet van olijfbomen groeien. Vinden ze gezellig. Van daaruit willen ze graag de hele wereld overnemen. Ze worden heel vervelend als jij ook bij die boom in de buurt wil komen.

Nu hebben bramen een rottig karaktertje, dus je hoeft je niet schuldig te voelen, dat je een natuurvernietiger bent. Bramen hebben een slechte inborst; zelfs dood proberen ze je nog te prikken en te tekkelen. Ze verdienen niet beter dan dat ze flink ingetoomd worden.

Heel anders dan olijfbomen, die waardigheid uitstralen, vrijgevig zijn met hun olijven (en schaduw, als ze de kans krijgen), en een beetje goeiige en tijdloze indruk maken

Als de onderkant schoon is, worden er grote doeken neergelegd. Dan gaat het los met de stokken. De jongeren klimmen de boom in, maar meestal is dat niet nodig want ze worden expres redelijk laag gehouden. Tegenwoordig doen alleen ouderen dit, en die klimmen niet meer zo hard …

Je ziet ook wel van die brrrbrrr apparaatjes. Of trilstokken met grote sprieten eraan. ’t Is allemaal hetzelfde idee. Brrr-en, trillen, slaan, schudden – alles om zoveel mogelijk olijven eruit te krijgen.

Dit zijn persolijfjes. Ze zijn te klein om te eten, hoewel ik in de winkels hier overal hetzelfde maatje zie, die wel verkocht worden als eet-olijven. Ik neem het maar aan van de experts.

Senhor en senhora Martins zijn inmiddels te oud geworden. Ik ben op zoek naar anderen, die onder dezelfde voorwaarden dit zouden willen doen. Alle olie is voor hen, maar al het werk ook.

Geweldig hoor, extra virgem van onze eigen olijven!