Daar zit ik dan ineens als mantelzorger voor een éénpotige kip!
Er gebeuren soms merkwaardige dingen in Termas-da-Azenha. Broes en ik liepen naar “de huisjes” (naast het OlifantHuis ligt een opknappertje dat als opslag voor van alles en nog wat dient) om iets te halen, en daar lag ineens een kip in het gras.
Een levende kip. Met een paniekerige blik in haar ogen en haar veren in de war
Ach gosh. Hoe komt die nou weer hier? Wie? Wat? Hoe? En vooral ook: waarom?
Ik heb wel een vaag vermoeden. Het zal wel met een hond te maken hebben. Ik dacht dat ik de schaduw van een staart om de bocht zag verdwijnen daarnet. Niet echt op gelet natuurlijk. Enfin, hier moest iets gebeuren, want je stapt niet zomaar over zo’n beestje heen en gaat gewoon je ding doen.
Bovendien waren we dat ding dat we gingen doen al vergeten, dus ik pakte de kip voorzichtig op.
Je hoeft niet bang te zijn voor een kip, want ze bijten niet. Da’s alvast zeker
Altijd al dol geweest op kippen. Ze zijn zo gezellig. Als ze onder elkaar zo’n beetje zitten te konkelen, of als ze luid kakelend hun blijdschap uiten over een (eindelijk!) gelegd ei, als ze een zandbadje nemen of als ze heel hard weghollen voor een haan-met-duidelijke-bedoelingen – ze zijn schattig en geven een mens het idee dat het leven goed is.
Gewoon. Goed. Meer niet. Maar terug naar de felrealistische werkelijkheid: een kip dus!
Gelukkig hebben we nog stro zat. En we hadden nog een oud kinderbedje dat omgekeerd prima dienst kan doen als eerste opvang. Zo te zien is ze niet heel ernstig beschadigd. Ik kocht kippenvoer bij het supermarktje in Vinha da Rainha, en vroeg onderweg bij het café en bij de pastelaria of iemand toevallig een kip kwijt was.
Niemand. Tot nu toe heeft niemand zich gemeld als de rechtmatige eigenaar, dus Carolina Troetelkippie zit al een week in haar kinderbedje. Ze is goed opgeknapt, maar haar éne poot wil niet. We doen elke dag fysiotherapie samen, als ik op het terrasje achter de keuken ontbijt.
Kipje Carolina studeert voor flamingo
.
Ik probeer kips met haar te praten, maar ze is het zwijgzame type. En ik vermoed dat mijn kips niet erg best is, want ik zie haar regelmatig fronsen als ik iets probeer te kakelen. Ja, kippen kunnen fronsen! Hun ogen zitten dan weliswaar omgekeerd in hun kop (kijk maar ’s goed, ze sluiten hun onderste oogleden; de bovenste blijven op hun plaats) maar ze kunnen van allerlei emoties uitdrukken.
Mocht je je nu geinspireerd voelen en een paar kippen willen, dan zijn hier een paar dingetjes die handig zijn om te weten:
– kippen zijn er niet zo dol op om geaaid te worden;
– kips leren is niet zo heel makkelijk;
– kippen drinken heel weinig maar doen een moord voor een blaadje sla;
– het zijn daarentegen geen vegetariërs;
– je hond wordt hoogstwaarschijnlijk geen dikke vriendjes met je kip(pen);
– als ze zich bedreigd voelen, duiken ze naar de grond en maken zich bol. Heel aandoenlijk.
Ik zeg: iedere depressieve mens een paar kippen, en Big Pharma is in één klap een belangrijke tak van haar business kwijt. Het is onmogelijk om depressief te blijven als er een paar kippen in de buurt zijn. (Hanen zijn niet nodig, trouwens, dus dat hinderlijke gekukel kun je vermijden.)