“Kom Korstiaan! We gaan!” roept Dick, “slinger die bus eens aan!”
“Ja”, zegt mijn broer Kors dan, als hij soort van naar de trap sluipt, “we gaan op een geheime missie. Dus wij zijn weg.”
Mijn zwager Dick is hier, en wij kunnen van die gesprekken hebben als:
“Je bent leuk bezig daar in die w.c. De pot zit er nog niet op hè.”
“Nee, dat komt nog, ik wil eerst een plank maken daarachter, dat je daar dingen kunt opzetten.”
“O ja. Handig. Maar de stortbak lekt een beetje.”
“Ja, de stortbak lekt. Geen idee hoe dat kan. Er zit een nieuw kraantje op, een nieuw slangetje, een nieuwe stortbak …”
“Tja … dun water hè.” zegt Dick dan, en zit vervolgens een minuutje of tien op z’n knieën voor de stortbak om watertape om het kraantje te draaien. Daarna lekt-ie natuurlijk niet meer.
Mijn familie is hier
Tenminste, een deel van mijn familie, want ik heb nogal wat. Ik ben de jongste van 8, en een nakomertje. De jongste. Een grandiose positie, die ik iedereen kan aanraden.
“Ik ben door God gegeven, dat kan ook niet iedereen zeggen”, grap ik weleens, want vroeger waren wij christelijk. Dat is er allang afgesleten, hoe onze honorabele ouders ook hun best hebben gedaan.
Die zitten regelmatig hoofdschuddend naar beneden te kijken, vermoed ik, maar ik denk dat ze afgelopen jaren regelmatig hand in hand, en met tranen in de ogen hebben zitten kijken, want er gebeuren mooie dingen in de familie.
Hollandse invasies
Ze komen allemaal naar hier, de afgelopen decenia, in diverse formaties. Met kinderen en kleinkinderen, alleen, met dochter, met vriendin; neven en nichten met hun gezinnen – you name it, en het is weleens gebeurd.
Er is er al één overleden, en er is er één gebrouilleerd. Gebeurt in de beste families. De oudste is nu thuisgebleven, want die kwam net terug van Griekenland met haar man en moest eerst haar indrukken verwerken. We zijn dus nu maar met z’n zessen, vier zussen, een broer en een zwager.
De enige vrijwilliger die er nu is, zit soms met z’n ogen te knipperen van het geschut over-en-weer. “De Rotterdamse invasie”, noemt hij het, en doet het bijna in z’n broek van het lachen als mijn zus op val-incident reageert met: “De stukken zijn nog heel!”
Terwijl ik het erg amusant vind als hij zijn bevindingen met het snoeien van de vijg-met-bramen beschrijft: ” … mijn spieren begonnen het Wilhelmus te zingen … ” om aan te geven dat hij het wel mooi vond voor vandaag.
Ze zijn hier twee weken, en ze zijn hier thuis
Iedereen doet zo z’n eigen ding met het ontbijt, maar het eindigt er altijd mee, dat er veel geklept wordt, met de vrijwilligers, met de gasten, met mekaar … ik ben m’n eigen keuken uitgezet, want: “Wij koken, dus je mag over twee weken weer je ding doen, maar we eten vanavond gado-gado. Dat je het weet. En wij doen de boodschappen, dus wegwezen nu. Ga je gras maar maaien.”
Als jongste heb je geleerd om naar je oudere zussen te luisteren, dus dat doe ik dan ook braaf.
In dit geval.
Gistermiddag gaat de bel om een uur of 5. Dat betekent borrel/theetijd. Degenen die niet drinken nemen thee, de anderen zeggen: “De 5 zit in de klok. Schenk maar in!”
Ik wil net een slok nemen als mijn op-zes-na-oudste zus me haar telefoon in handen duwt en zegt: “Kijk toch, da’s toch een mooi fornuis?”
Ik knik, ja, da’s een heel mooi fornuis. Zou een fijne vervanging zijn voor m’n ouwe, want daar is net de oven van stuk gegaan. En dat is heel vervelend, dan kun je eigenlijk niet veel meer.
Ja, koken, bakken en braden, maar een ovenschoteltje … en eigengemaakte pizza …. en lasagne …. en een portugese “platte kip” uit de oven …
.
Vervolgens stopt ze me een A-4-tje in handen. Huh?
“Van ons allemaal” staat erop, dus ook van die twee die nu gniffelend in Rotterdam zitten. Eronder is een kop uit een tijdschrift geplakt: “Broers en zussen: zo verschillend. En toch kun je niet zonder elkaar.”
Ik begin verbluft om me heen te kijken naar al die lachende gezichten. En of ik even mee wil komen.
Daar worden twee pakken uit de Rode Bus getrokken, de één nog groter dan de ander. Een fornuis. Een prachtig roestvrijstalen gasfornuis met ruimte voor 4 grote pannen, en een oven plus grill. En een mooie rooie stofzuiger.
Mensch! Van je familie moet je het hebben!