We komen om in de babies. Overal babies, in alle soorten en maten
Zijn het geen jonge radijzen, zijn het wel de babyslakken die dat eten. Overal vogeltjes heen en weer vliegend om hun jonkies te voeden.
Ik was bezig in het Toiletgebouwtje van het kampeerterrein. De hele winter niet gebruikt natuurlijk, dus het was niet helemaal spic en span. Ik zag een hoop dor gras op het electriciteitskastje, en dacht: “Oi, wat een rotzooi hier in die hoek! Weg ermee!”
Gooi ik me daar een nest met net geboren babies weg! Ik zag het nog net op tijd!
‘k Heb daarna stiekem om het hoekje staan te gluren, want ik hoorde pap en mam al geagiteerd fluiten. Niet zo gek, als een of andere stink-reus je hele huis met je babies en al weggooit.
Ik was bang dat mijn vieze mensengeur ze zou afschrikken, maar gelukkig trokken ze zich er niets van aan, en gingen gewoon door met heen en weer vliegen met lekkere hapjes voor hun kroost. ’t Is maar goed dat alle ouders hun eigen kindertjes het allermooiste op de hele wereld vinden, want zo aantrekkelijk zien vogelbabies er niet uit.
Jullie zien zeker liever een ander gezellig gezinnetje. Hebben we ook. Pas gekregen
Er kwamen mensen de dorpspleintrap af. “Herkent u mij?” vroeg één van de dames. Ik moest eerlijk zijn, en ontkennen, nee sorry. Haar nicht (weet ik nu) kwam de trap af met een kattenkooi. Zo een van plastic, zodat je niet ziet wat erin zit. Ik was even bang dat er nog weer iemand met een nest poesjes zat, en ermee kwam leuren.
Het gebeurt …
Maar nee, in de kattenkooi bleek een eend te zitten. Haar dochter kwam naar beneden met nóg een kattenkooi. Ook geen kat, maar haar kroost, werd me uitgelegd. Zes schattige gele fluffies. Ik moest even wennen aan het idee – de verantwoordelijkheid voor een alleenstaande moeder met zes kinderen vind ik niet niks.
Heb je babies, heb je vragen. Waar? Hoe? Wat eet? Hoe zorg je voor een eend? Wat wil de eend?
Het werd me allemaal uitgelegd. Ze mogen bij de kippen, in hun oude buitenhok. Onze drie kippen hebben al tijden een hele wei tot hun beschikking dus die hebben hun oude hok niet nodig. Er kwam een zak met babyeendenvoeding mee.
Zo lief! We hadden het de eerste keer dat ze langskwamen erover gehad – over eenden, en er was beloofd dat ze me een eend zouden komen brengen. Wist ik veel dat ze dat ernstig meende! Mensen beloven weleens meer wat.
We hebben in allerijl een zwemvijvertje in elkaar geflanst. Veel weet ik niet van vogels af, maar dit weet ik wel: een eend is een drijfsijs, dus die moet in het water. We hadden nog een oude trampoline, een bergje stenen, wat restjes golfplaat, en de Cooperativa verkoopt landbouwplastic aan de meter, dus in een paar uurtjes was het gepiept.
Als moeder Eend besluit te blijven, maken we er wel iets moois van. Mijn plan is nu om haar wat minder op haar hoede te krijgen, want ze is erg alert. Die babies gaan nergens heen voorlopig, en aangezien zij een Goede Moeder is, blijft ze er wel bij.
Wat een lieve gele fluffies, hè? Dat roept toch een heel ander gevoel op dan deze babies …