Verleden week schreef ik over m’n ritje naar de supermarkt, omdat ik trek had in iets lekkers.
Het resulteerde in een heerlijke maaltijd, waar onze gasten ook erg van genoten hebben. Ik had er een spinazie quiche bij gemaakt voor de échte vegetariërs, en wat liflafjes.
Was prima binnen te houden, zeiden ze
Maar het ritje veroorzaakte behalve een heerlijke maaltijd voor hen (en voor m’n zoon Broes en mij) ook nog in iets anders.
Ik mag graag naar YouTube videootjes kijken, zeker als afsluiter van een drukke werkdag. Dat zijn vaak videootjes van Arjen Lubach bijvoorbeeld. Goeie grappen, en je weet gelijk weer een beetje wat er allemaal speelt in de wereld. Heel fijn. Ik ben dol op combineren.
En dan val je weleens van het één in het ander. Ineens zat ik naar een interview met Tony Robbins te kijken, waar ik pas vaag iets over gehoord of gezien had. Een bijeenkomst met deze man zou een levensveranderende ervaring zijn – jaja, denk ik dan cynisch, hij wordt er biljonair van! Dat zal het levensveranderende er wel aan zijn!
Maar ach, het was een hele sympathieke energieke gepassioneerde man, met een mooi verhaal en eerlijkheid in z’n ogen. Dankbaar was-ie, voor alles wat hij had. Dankbaar, daar hoor je steeds meer mensen over.
Wees blij met wat je hebt, realiseer je van tijd tot tijd ’s even wat een prachtige dingen je allemaal in je leven hebt
Nee, niet die mooie nieuwe e-bike of je dito i-phone – die niet. Meer in de trant van: de blik in de ogen van je dochter als ze leert rolschaatsen, of de onverwachte hulp van een onbekende voorbijganger toen je stond te tobben met je handen vol bij de voordeur, of de spontane lach van de cassière bij de supermarkt. Dat je goeie ogen hebt, zodat je zomaar zonder problemen je draad in één keer in de naald steekt. Gewoon, van die kleine dingen waar je blij van wordt.
Ik stapte in de auto om naar Jorge Neves te rijden voor mijn lekkere trek, en reed op mijn dooie akkertje door ons mooie landschap, in het februari zonnetje, met uitzicht op twee glanzende ooievaars die door de velden liepen te fourageren.
Hoe mooi kun je het hebben?
Ik zag een groepje ouderen lekker in het zonnetje op een beschut plekje zitten te kaarten. ‘k Heb heel stiekem een foto gemaakt, ik wou ze liever niet storen. De ruïnes van Amieira is een populair plekje om te picknicken – dat doen Portugezen graag en veel, en overal – en in de zomer is het zwembadje altijd vol.
Zij zaten daar lekker uit de wind in de zon, aan hun meegebrachte tuintafel te klessebessen en te kaarten. Daar krijg je toch een glimlach van om je lippen?
Een stukje verderop stond een grote grijper bij een berg afgezaagde eucalyptusstammen en grote hopen aarde. Ik had die aarde al eerder gezien, maar nu was er iemand bij aan wie ik wat kon vragen! Ik ben geinteresseerd in aarde; we hebben wat gaten op te vullen, ik kan wel een vrachtwagentje gebruiken.
Het rook geweldig naar eucalyptus, maar ’t was ook wel erg stoffig. Ik liep om de vrachtwagen heen om ’s te kijken of ik de machinist z’n aandacht kon trekken, en já hoor … maar de motor maakte veel te veel lawaai en ’t was te hoog om zomaar even wat te kunnen vragen.
Geen punt. De man zette de motor af, klom naar beneden, gaf me een hand en hoorde me met een glimlach aan. Hij legde uit, dat het geen aarde was, maar biomassa, en stikvol met wortels van braamstruiken en riet.
“Oei, die hebben we net weggehaald!” riep ik lachend, “nee, dit is dan niet zo geschikt!”
Hij nam er rustig effen de tijd voor: “U bent die van de Termas, toch?”
Zo simpel kan het zijn. Iemand die aardig tegen je is en de moeite neemt om effen antwoord te geven op je vraag – en dat kom je hier in Portugal eigenlijk best wel heel erg vaak tegen. Ik realiseer me misschien niet genoeg hoeveel effect dat op je leven heeft.
Dankjewel Portugezen! Niks mis mee, gewoon een beetje aardig zijn!