Mijn handen jeuken, figuurlijk gesproken: er ligt een kimono te wachten, er moet weer een blogje geschreven, een videootje opgenomen, kerstcadeautjes ingepakt, het nieuwe mozaiek wil graag afgeplakt, het gras mag wel weer ’s gemaaid met dat mooie weer … maar voor al die activiteiten heb je je handen nodig!
En die jeuken. Ja, lach maar. Dit bedoel ik letterlijk
Ik werd maandag midden in de nacht wakker met brandende, jeukende handen. Met het gevoel: ik kan door blijven krabben tot op het bot. Wat is er aan de hand?
Dit is duidelijk een ander gevoel dan wanneer mijn stigmata jeuken. Daar maak ik altijd een grapje over. Als het gaat regenen, gaat het plekje precies in het midden van vooral mijn linkerpalm jeuken.
Niet erg, meer dat je het voelt. “Mijn stigmata jeuken, het gaat regenen!” roep ik dan, en krijg meestal een sceptisch gebrom terug. (maar het gaat altijd wel regenen!)
Ik roep ook vaak, dat we slecht bedeeld zijn met maar twee handen, want met een klusje zou je vaak best een paar extra kunnen gebruiken
“Gewoon twee armen erbij fokken, hoe moeilijk moet het zijn”, verzucht ik dan met een paar schroeven tussen m’n tanden, al tobbend om iets op z’n plek te houden, en die zware boormachine met 1 hand boven je hoofd op de goeie plek te slingeren.
Bijvoorbeeld. Ik zeg maar wat. Drie stukken stof bij elkaar houden en netjes onder de machine krijgen zonder dat de spelden onder het voetje komen is niet zo zwaar, maar net zo’n uitdaging.
Dit was anders. Alsof ze in brand stonden, van binnen
Aan de buitenkant was niets te zien. Erg merkwaardig. Daar zat ik dan, midden in de nacht, met m’n handen in een bak Termas-water, want terslotte is dat geneeskrachtig met huidproblemen. Het leek me wel gepast, en bovendien bracht het verlichting.
Ik had ze liefst afgehakt en in de vriezer gestopt, maar dat is een onomkeerbaar proces, dus geen goed idee.
Het doorspitten van het zalfjes bestand bracht ook niet veel op, want wij zijn nu eenmaal ongeneeslijk gezond, dus dan heb je niet veel medicinale smeersels nodig. Trekzalf leek me niks, dan maar een niet te oud zalfje tegen bacterieën. “Dit zijn vast bacterieën”, mompelde ik tegen mezelf, “maar waar komen ze vandaan?”
Enfin, lang verhaal kort: alles bleef liggen. Niks naaien, maaien, plakken of inpakken
Ook al werk je met je hoofd, dan nog zijn je handen hele nuttige lichaamsdelen! Typen met brandende handen hou je niet zo heel lang vol. En jeuk is om gek van te worden! Bovendien wist ik niet waar het van kwam.
Diep nadenken. Het zou het wasmiddel kunnen zijn. Ik heb pas een ander merk gekocht, met ylang-ylang, een geur die ik erg lekker vind (maar in een wasmiddel helaas niet zo erg tot z’n recht komt. Jammer. Miskoop). Verder was ik niet in contact geweest met gevaarlijke stoffen, niks uitzonderlijks gedaan met scherpe dingen, nog nooit last gehad van eczeem-achtige kwaaltjes … wat is dit in vredesnaam?
Als je de halve dag met je handen in een bakje water zit, heb je wel tijd om na te denken
Opeens schoot het me te binnen. De nieuwe kipjes! Ik had zondagochtend op de markt in Louriçal 3 kipjes gekocht, als gezelschap voor Troetelkipje Carolina. En kipjes kunnen wel ’s nare bacterieën bij zich hebben, stond me vaag bij.
Op het moment van schrijven zijn mijn handen gelukkig weer kiplekker.
Eh … nou ja, je begrijpt wat ik bedoel. Toch?