[et_pb_section fb_built=”1″ admin_label=”section” _builder_version=”3.22″][et_pb_row admin_label=”row” _builder_version=”3.25″ background_size=”initial” background_position=”top_left” background_repeat=”repeat”][et_pb_column type=”4_4″ _builder_version=”3.25″ custom_padding=”|||” custom_padding__hover=”|||”][et_pb_text admin_label=”Text” _builder_version=”4.4.8″ background_size=”initial” background_position=”top_left” background_repeat=”repeat” hover_enabled=”0″]
Er bestaat zoiets als een volksaard. Da’s onderdeel van de cultuur. Het zijn vaak cliché’s. Nederlanders zijn bijvoorbeeld tobbers. Ik herken een medelander altijd onmiddellijk – gebroken wit met denkrimpels. Brazilianen zijn 3 x O: opgewekt, optimistisch en oppervlakkig. Duitsers zijn punctueel en precies. Engelsen zijn overbeleefd met een stiff upper lip. Naar men zegt.
Je hebt ‘m. Dat bedoel ik met volksaard.
Hier volgt mijn ervaring met de portugese volksaard
Portugezen doen twee dingen die ik na al die tijd nog steeds lastig vind. Ze hebben altijd “imprevistos” – onvoorziene omstandigheden. Ze hebben nog niet iets afgesproken of ze zijn alweer van gedachten veranderd. Dat is wat lastig voor de mensen waarmee ze iets hebben afgesproken.
En ze komen na jaren onaangekondigd langs, en doen dan alsof je mekaar gisteren nog gezien hebt
Dat viel me voor het eerst op toen we hier net waren, en de zoon van de vorige eigenaar na 3 maanden overleed. Senhor Foja de Oliveira had hier de boel opgebouwd, en altijd in de Termas gewoond met zijn gezin, maar toen hij overleed begin jaren ’80, viel alles uit elkaar.
De Termas, maar ook het gezin. De jongste zoon, João Orlindo, een man van middelbare leeftijd inmiddels, woonde nog hier, en was “ziek”. Ik zet dat tussen haakjes, want hij ging elke dag naar het café en kwam dan ’s avonds laat vrolijk en ladderzat weer terug. Lieve man, trouwens. Net voor de Kerst ging hij onverwacht dood, en werd de volgende dag al begraven.
Ook zoiets waar je even aan moet wennen, maar als je er even over nadenkt is het wel logisch. Vroeger hadden we geen electriciteit, en dus geen koeling, en in een klimaat als dit is het dan beter als die dingen snel gebeuren.
Nog jaren daarna kwamen er weleens mensen langs die naar João Orlindo vroegen, want ze waren zulke dikke vrienden
Ze waren stomverbaasd te horen dat hij al zolang geleden was overleden.
Dit is natuurlijk een extreem voorbeeld, maar sloot goed aan bij waar ik bezig was: met het nieuwe verschijnsel Facebook-vriend. Ik vond eigenlijk dat je de term “vriend” daarvoor niet mocht gebruiken – een inflatie van het begrip. (‘ k Heb me inmiddels aangepast, hoor, en ik heb net zoveel Fb “vrienden” als iedereen.)
Afgelopen week viel Pedro ineens onaangekondigd binnen; een “vriend” van jaren her
Grappig, want dat is iemand die die twee eigenschappen moeiteloos in zich verenigd heeft. Ik had hem al zeker 8 jaar niet gezien. Gelukkig mag je nu niet te dicht bij iemand in de buurt komen, want ik heb toch nog enige moeite met gespeeld enthousiasme.
De laatste keer dat we een strandwandeling hadden afgesproken was hij niet op komen dagen. Zat ik daar op het terras van het hartstikke drukke strandtentje in Figueira een tafeltje in beslag te nemen voor een uur. Het was niet de eerste keer dat dat gebeurde.
Weer van gedachten veranderd, of gewoon vergeten – geen idee, het was de laatste keer dat ik hem zag. Nou ja, niet zag dan.
Ik had hem leren kennen toen hij met z’n gezin een weekje op vakantie kwam. Ze woonden in Figueira, maar het is niet ongebruikelijk om niet zo ver op vakantie te gaan.
Toen viel me voor het eerst op dat je zo vaak van gedachten kunt veranderen
Ze zouden komen eten, zei hij ’s ochtends. Tegen de noen was het plan veranderd, toch maar niet, als ik het niet erg vond. Net na de lunch dan misschien beter van wel – en dat herhaalde zich nog één of twee keer. Wat ze uiteindelijk deden, weet ik niet meer, maar ‘k weet nog wel dat ik me erg verbaasde over die veranderlijkheid.
Elke keer dat het plan veranderde werd ik uitgebreid op de hoogte gebracht van de gedachtengang erachter. Kostte me elke keer een half uur. Ik zou dat nu redelijk rap op een gezellige manier afkappen, maar toen was ik nog jong en onschuldig en erg enthousiast.
Ik ben een stuk strenger geworden. ’n Beetje nederlandser, zou je kunnen zeggen ….
[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]