Home » Naamsverandering, een andere naam in een ander land

Naamsverandering, een andere naam in een ander land

Noodgedwongen hoor. Ik woonde nog niet zolang hier, kreeg iemand aan de telefoon, en als ik dan mijn naam moest zeggen, kreeg ik nooit anders dan een portugese wablief?“Desculpe? Como? Poderia soletrar?” Kunt u dat even spellen?

Terwijl Ellen toch écht niet zo’n ingewikkelde naam is.

Tot de naamsverandering. Ik ging me Helena noemen – nooit meer problemen

In Portugal zijn de mensen heel traditiegetrouw in het naamgeven van hun kinderen. Gekkigheden als ouders die hun kind X Æ A-12 willen noemen kom je hier niet tegen. Misschien is dat de reden dat de gemiddelde mens wat moeite heeft met buitenlandse namen. Sofie, Jan-Peter, Hugo of Margriet hebben het makkelijk. Die kunnen het zó vertalen in Sofia, João-Pedro, Hugo (Oegoe) of Margarida.

De leukste die ik tot nu toe ben tegengekomen: Marloes wordt Marluz. Zeelicht. En ze woont nog bij de zee ook.

Portugezen heten allemaal José, Maria, António en Inês, maar met een beetje mazzel hebben ze een pracht-collectie achternamen. Azevedo da Silva Coelho Zambuja bijvoorbeeld. Of Ferreira Santos Costa da Almeida. De achternamen van je ouders, en eventueel een paar erbij van je grootouders; vier is het maximum.

De achterblijvers in Nederland hadden een beetje van: krijgt ze het in haar bol ofzo? Met dat Helena?

Maar die naamsverandering betekende hier: naar een gewone naam die iedereen kent.

In Portugal is Helena een doodgewone naam, net als Matilda, Simonetta of zelfs Conceição, wat een beetje een ouderwets is. In Nederland is Helena als snel Lena, Leentje of Leen, om de sjiek eraf te halen. Zeker in mijn geboorteplaats is het de gewoonte om alle namen tot één lettergreep af te korten.

Ik heb mij voor de grap dan ook altijd L. genoemd, korter kan niet. Als je het uitspreekt, hoor je het.

Na alle Anatólio’s, Gumercindo’s en Maria-João’s vond ik het een ontdekking dat er in Portugal ook afgekort wordt. Voor zover ik weet, wordt dat alleen gedaan met de populairste mannennamen: José (Zé) en António (Tó). Met vrouwennamen gebeurt het niet zo, dacht ik, maar als je er meer over weet: laat het weten!

Dus, vanaf die tijd noemde ik me Helena, zeker aan de telefoon. En hoe onverstaanbaar je die naam ook uitspreekt, het wordt altijd verstaan. Ik werd al snel “Dona Helena” – dat heeft te maken met mijn woonplaats. Het dorpje Termas-da-Azenha was vroeger van de familie Foja de Oliveira. De straat heet nog steeds naar de vorige eigenaar: Dom Henriques Foja de Oliveira.

Dat was een hele rijke familie, die ongeveer de hele rijstvallei in bezit had, de rijstfabriek – waar nu alleen nog de muren van overeind staan – en de thermale baden Termas da Azenha. Rijk, maar niet gelukkig, heb ik uit de verhalen begrepen. Na de geboorte van het zesde kind vertrok moeder Foja naar Coimbra, en bleef Dom Henriques hier (eenzaam?) achter.

wat er overgebleven is van de rijstfabriek van de familie Foja de Oliveira

De grandeur van deze familie straalt nog steeds op me af, ondanks 30 jaar leegstand

Twintig jaar geleden was ik daar echt niet aan gewend – net als de achtergebleven vrienden die op nederlandse wijze nauwgezet in de gaten hielden of ik inderdaad geen kapsies* kreeg – dus ik heb wel ’s de fout gemaakt om te zeggen tegen een zus van degene waarvoor ik een tasje dingens** achterliet: “Faz favor, diga ele que é de Dona Helena.”

Zo’n foutje dat je later, alleen thuis, in elkaar doet krimpen van schaamte. Oioioi, wat een eikelin ben ik toch, om zoiets eruit te laten glippen. Dat zeg je niet over jezelf, dat laat je aan een ander over.

Waarom de één “Dona” is, en de ander “senhora” is me nog steeds niet helemáál duidelijk.

Net als elke cultuur, hangt deze ook van onlogische subtiliteiten aan elkaar. Je moet ergens lang wonen, voordat je het gaat zien. En dan – om met een nederlandse filosoof te spreken – ga je het doorhebben.

* kapsones op z’n rotterdams ** dingens is surinaams-nederlands, waar we daaro mee te maken kregen.

.

Wij zijn in 2000 verhuisd van Rotterdam, Holland naar Termas-da-Azenha, Portugal. Een hele stap, zeker met twee kleine kinderen.

We zijn bezig gegaan met het herstel van een van Portugal’s erfgoederen: Termas-da-Azenha, een oud kuuroord met inmiddels 4 vakantiehuizen, 2 gastenkamers, een kampeerterrein en een heleboel leuke dingen om te doen.

Overal vind je mozaieken en muurschilderingen. Het oude badhuis wordt meer en meer een museum, waar je je kunt verwonderen over hoe de dingen veranderd zijn.

Sinds een paar jaar zijn we de enige B&B&B in de wereld: Bed & Breakfast & Bathrobes.

Elke week een blogje over wat er zo om ons heen gebeurt. Lichte kost, makkelijk te lezen, een paar minuutjes in een andere wereld. Even wat meer weten over hoe het reilt en zeilt in Portugal. Mocht je je vakantie naar Portugal plannen, zou dit een goede voorbereiding kunnen zijn.

Je kunt je abonneren op het blog – kijk maar hiernaast »

Dan krijg je het elk weekend in je bus.

Op zondagochtend publiceren we de link op onze Facebookpagina en op Instagram.