Auto’s zijn één van de belangrijkste dingen die je moet hebben, in Portugal. Je wordt beoordeeld op je auto. Eigenlijk hetzelfde als overal. Toch?
Door middel van je auto laat je zien wie je bent
‘k Heb wel ’s in de Cooperativa gestaan (een boerenwinkel) waar een praatgrage vrouw met de man achter de kassa over mij en mijn aankopen stond te praten. Ze dacht aan mijn uiterlijk te zien dat ik toch geen portugees kon verstaan, en ze vond mijn aankoop van o.a. een bijl heel opmerkelijk.
Ook mijn auto vond ze heel opmerkelijk
(Mijn prachtige rode Vannettie! Ik mis haar nog steeds!) Ik vond het wel amusant, dus ik liet het maar zo, en stond een beetje afwezig naar de aardbeienplantjes te staren – met gespitste oren, dat wel.
De man achter de kassa was ook wel geamuseerd, en vroeg al snel aan de kletskous: “Maar weet u wel wie dit is?” Tja, toen kon ik natuurlijk slecht meer doen alsof ik niks verstond, en glimlachte vaag richting de dame.
Nee, ze had geen idee. Maar met zo’n auto zou ik waarschijnlijk wel ….
De man onderbrak haar snel, misschien om erger te voorkomen: “Dit is de dona das Termas. Termas-da-Azenha” zei hij, bijna triomfantelijk. Ze keek een beetje beteuterd – “maar … met zo’n bus …. zo aangekleed ….” (werkbroek, crocs, simpel T-shirt, lang haar). Dat kwam helemáál niet met haar wereldbeeld overeen.
Dona’s van Termassen horen in mantelpakjes rond te lopen, met een keurig kapsel dat bij hun leeftijd past, en in een dure auto rond te rijden
We wisselden bijna een knipoog, de man van de Cooperativa en ik, ware het niet dat dát nou net een beetje te amicaal zou zijn. Maar we vonden het duidelijk alletwee even vermakelijk.
Ach, mijn mooie rooie Vannettie! Het was verstandiger om haar te verkopen en een mooie ouwe dag te gunnen ergens in Nigeria. Ik hoop dat ze daar nu nog steeds rondrijdt, met haar twee schuifdeuren open om alle mensen, geiten en kippen en aankopen de ruimte te geven, en als ARKO*.
Van de week kwam ik uit Figueira terug rijden, en zag bij de dealer die een superplek heeft aan de tweede rotonde een Mercedes bus staan
Zo’n prachtige ouwe, en dan ook nog in mintgroen. Gelukkig dat je daar twee rotondes pal achter elkaar hebt, want mijn eerste reflex was om keihard op de rem te gaan staan. Ik ben dol op ouwe busjes – hoewel dit een flink exemplaar is. Een Mercedes-Benz 207D.
Ik wist dat een ouwe vriend naar een bus aan het zoeken is, en net als ik dol is op klassiekers.
Leuk om een paar foto’s door te sturen, misschien is het precies wat hij zoekt!
Indrukwekkend hoor, zo’n bus. Groot. Ze hadden er al een camper van gemaakt, maar heel basic. Twee banken die je als bed kunt gebruiken, en een keukenblokje in de hoek. Dat was het. Maar goed, dat opent mogelijkheden om het naar je eigen smaak verder te verbouwen. Een zonnepaneel op het dak, zo’n groot stoer stuur, vier (!) achterbanden, en zo te zien met mijn lekenogen niks mis met de motor.
“Een Mercedes is kwaliteit hè”, zegt de dealer trots, “zelfs na 40 jaar is de motor nog prima. Altijd goed onderhouden …” Ja, dat kun je wel zien, al zijn de rubbers wat verdroogd, de bus maakt een stralende, zij het wat verwaarloosde indruk.
“Ik geef het door” zeg ik, want ik heb natuurlijk uitgelegd waarvoor ik kom. Ik weet niets van motoren, maar dit is waarschijnlijk wel een klusbus. Heeft liefde en aandacht nodig.
Dat was precies de reden waarom mijn schattige rode busje weg moest – het onderhoud werd door een monteur gedaan die wij altijd “Giechelbekje” noemden (lijkt me duidelijk waarom), en die was niet snel. Na een paar keer maanden zonder vervoer gezeten te hebben (toen de enige monteur in de wijde omgeving), kwam het pijnlijke inzicht steeds dichterbij.
Voor mij is een bus dus verleden tijd. Jammer hoor. Zulke auto’s hebben nog persoonlijkheid.
’n Stuk beter dan al die grijze en zwarte auto’s – conformiteit overal …
* Alle Ramen Kunnen Open – de eerste vorm van AIRCO