Ik ga in Figueira bij de Lidl naar binnen, en loop daar een oude bekende tegen het lijf.
“Olá olá Helena!” – maar de gemaskerde vrouw komt me niet onmiddellijk bekend voor.
Ze trekt snel even haar masker naar beneden, toen ze me zag denken
“Ah! Professora Ana Paula!” roep ik verrast uit, want het is jááren geleden dat ik haar nog ’s zo onverwacht en spontaan ineens tegenkwam. En dat was ook bij de Lidl, bedenk ik me nu, maar dan die in Soure.
Ja, nu zie ik het duidelijk, gemaskerd of niet. Ze lijkt niets veranderd. “Ik ben jaren geleden nog ’s bij jullie langs geweest” vertelt ze, “maar u was er niet. Broes was er wel, en ik herkende hem gewoon niet. Zo groot als die geworden is!”
In Portugal zeggen we vaak u tegen mekaar
Als je goed bevriend bent, of als je veel met mekaar te maken hebt, kan dat wel veranderen in “je” maar “u” is heel gebruikelijk. Ik ken sommige mensen al jaren, en we vousvoyeren nog steeds, en dat zal ook niet veranderen.
De professora en ik zeiden dus altijd, en nog steeds, u tegen mekaar. En een professora heeft weinig te maken met een professor, want het is een schooljuf. Een professor (m/v) heet een Doutor/a.
Astublief! Weer wat geleerd! Ik lijk zelf wel een professora ….
Ik vraag naar haar zoon, Diogo, die natuurlijk net zo groot geworden is als Broes. Diogo woont inmiddels in Lissabon, maar komt gelukkig wel vaak op bezoek, tenminste pre-Covid. Intussen buitelen de herinneringen in mijn hoofd door elkaar.
Ach gosh … die eerste tijd op ’t schooltje …
Het schooltje in Pedrógão bestond uit een entree en een klaslokaal. De toiletten waren buiten, op het overdekte binnenplaatsje, maar apart. Ik schrijf in de verleden tijd, want het is dicht. In de tijd dat wij op ’t schooltje gingen, was het nog wet dat op max een x afstand van een dorpje of gehucht een school moest zijn, en dat er minstens 3 leerlingen moesten zijn.
Het ging dicht voor de lunchpauze. Dan kwam het busje van de Associação de kinderen naar huis brengen en weer ophalen, want voor de meesten was het te ver om heen en weer te lopen. En je had nog veel ouders zonder eigen vervoer.
We hadden met veel moeite ontdekt waar we naar toe moesten als we onze jongens naar school wilden laten gaan.
Iedereen werd nogal nerveus van ons – veel te grote buitenlanders die krom portugees spraken
Uiteindelijk zijn we liefdevol door de “stora” verwelkomd, en mocht ik noodgedwongen ook mee naar ’t schooltje. Professora Ana Paula had al 8 kinderen in 4 verschillende klassen, dus ze kon er slecht nog ’s 2 buitenlandse kinderen bij hebben.
Vooral ook, omdat onze jongens geen woord portugees spraken. Wij een beetje, maar ’t was ook niet om over naar huis te schrijven. De basis, meer was ’t niet. Dus voor mij was het ook geweldig, dat ik mee kon om de oudste les te geven.
Konden we samen leren lezen en schrijven, en de grammatica onder de knie krijgen.
Broes leerde lezen en schrijven samen met João Pedro, die nog steeds beste vrienden zijn. En met Joana, Guilherme, Christiana – die inmiddels allemaal allang weggetrokken zijn van het platteland.
Professora Ana Paula praatte altijd met mij in de intervalo – wat een geweldige oefening was in begrijpend luisteren. Het was gewoon omdat zij graag praat – dat is een portugese eigenschap – en ik een gewilliger slachtoffer was dan de kinderen. Veel respons kreeg ze niet, want ik moest nog steeds alles vertalen, en dat kost tijd.
Ik zei dus erg veel “Sim, sim” want het typisch portugese stopwoordje “pois” of “pronto” durfde ik nog niet aan
Zo vertelde ze me, dat haar zoon Diogo zo’n goeie jongen was – dat hij direct gehoorzaamde als ze hem opdroeg om éérst het net-uitgelezen boek weg te zetten op de boekenplank voordat-ie aan een andere ging beginnen. Bij hen thuis.
Bij ons thuis slingerde altijd alles overal rond. Hoe zou ze dat voor elkaar krijgen, heb ik vaker gedacht, maar ja: een schooljuf weet van opvoeden natuurlijk. En die keer dat we het over een held uit de vaderlandse geschiedenis hadden (zal wel Vasco da Gama of Fernando Pessoa geweest zijn) … ik zie haar nóg zitten, bovenop een leeg tafeltje, met ongebruikelijke mascara op, heel enthousiast uitleggend dat dát nog ’s een held was geweest, een echte homem, superhomem!
Ik kan me mijn (lieve) eerste schooljuf nog herinneren, en ik hoop dat mijn jongens ook met deze goeie herinneringen aan hun lieve eerste juf Ana Paula door het leven gaan!